Een aantal boeren in het Noorden hebben 30 jaar geleden hun grond omgezet in bos, aldus Nieuwe Oogst. Zij hebben destijds de toezegging van de betrokken ministeries gekregen dat de grond zijn agrarische bestemming niet zou verliezen. Zolang de grond een agrarische bestemming heeft valt deze onder de landbouwvrijstelling en hoeft er geen belasting betaald te worden.
Inmiddels denkt de fiscus daar anders over en stelt dat er sprake is van een bosbedrijf en dat dus – zelfs met terugwerkende kracht – de landbouwvrijstelling niet geldt voor die periode.
Rechtbank en Hof geven de Belastinginspecteur gelijk. De zaak ligt nu bij de hoogste rechter ter beoordeling. Als de Hoge Raad ook zo besluit kunnen de boeren alsnog hoge belastingaanslagen verwachten.
Lees ook een eerdere bijdrage.
Als agri-notaris vind ik wanneer de toezegging door diverse ministeries is gedaan dat de bestemming ‘agrarisch’ gehandhaafd blijft bij het (bedrijfsmatig) planten van bomen, waardoor dit ook geldt voor de fiscale faciliteit (landbouwvrijstelling), je niet bij veranderende inzichten hierop – zelfs met terugwerkende kracht – op terug kan komen. De vraag is dan: hoe betrouwbaar is de overheid dan nog?