Nieuwe Oogst interviewde twee Friese gedeputeerden over de Friese aanpak van het stikstofprobleem.
Gedeputeerden Douwe Hoogland (PvdA) en Klaas Fokkinga (FNP) vinden het belangrijk om de boeren weer aan tafel te krijgen. Bij een informatiebijeenkomst liepen 200 boeren weg. Hoe krijg je deze mensen weer terug? De gedeputeerden erkennen dat de communicatie vanuit de provincie niet altijd goed is geweest. Dat moet beter.
Er ligt een behoorlijke druk op de boeren. De boeren willen wel, maar hebben het gevoel dat er geen keuzes gemaakt kunnen worden, dat ze één bepaalde richting op worden gedwongen. Volgens gedeputeerde Fokkinga wordt de sfeer ook bepaald door de uitkomst van de gesprekken met Remkes en de beloofde brief van de landbouwminister.
Er moet gekeken worden naar de toekomst van de boeren. Gedeputeerde Hoogland vindt dat ook de provincie de boeren zeker wat te bieden heeft. “Het Nationaal Programma Landelijk Gebied bevat meer dan alleen de stikstofopgave. Het gaat ook om water en klimaat,” aldus Hoogland. Je moet gebiedsgericht gaan kijken naar wat er nodig en mogelijk is. Daar kun je elkaar versterken.
Fokkinga twijfelt wel of de gebiedsgerichte plannen voor 1 juli 2023 kunnen worden ingeleverd. De deadline voor het behalen van de stikstofdoelen zou van de beide gedeputeerden sowieso opgeschoven kunnen worden naar 2035, met bijvoorbeeld het stellen van een tussendoel in 2030. Daarentegen moet er wel daadwerkelijk actie worden ondernomen; je kunt niet meer gaan afwachten.
Kortom, het gesprek met de boeren moet weer op gang komen. De boer centraal in een gebiedsgerichte aanpak, aldus de Friese gedeputeerden.
Een interessant interview! Goed om te lezen dat de provincie Fryslân een eigen plan trekt, met dezelfde doelstelling als het Rijk maar wel op een eigen manier.