Eerder schreef ik ook al over het Landbouwakkoord 2023. Eind april moet dit akkoord er zijn. Er wordt dan ook druk gewerkt, gepraat en onderhandeld aan de verschillende onderhandelingstafels. Dat zal ongetwijfeld niet gemakkelijk zijn.
Het is positief dat veel verschillende instanties en organisaties betrokken zijn bij de onderhandelingen: iedereen praat mee. Deelnemers noemen het een unieke kans om langjarige afspraken in de sector te maken.
Het is en blijft een ingewikkeld onderwerp, waarbij partijen soms lijnrecht tegenover elkaar lijken te staan. Voor de agrarische partijen is de legalisering van PAS-melders een belangrijk punt, evenals de mogelijkheden voor agrariërs om hun eigen plan te kunnen trekken binnen de transitie.
De overheid daarentegen heeft weer te maken met andere opgaven, zoals de stikstofproblematiek, waardoor het lastig is de vergunningverlening snel op gang te krijgen.
In Nieuwe Oogst leest u een interview met landbouwminister Piet Adema en minister voor Natuur en Stikstof Christianne van der Wal. Hoe staan zij tegenover het Landbouwakkoord?
Minister Adema vindt het belangrijk dat er meer evenwicht komt tussen de agrarische sector en de toeleverende en afnemende partijen, zoals supermarkten en producenten van bijvoorbeeld zaden of veevoer. Er moet een betere en eerlijkere verdeling komen in deze keten. Dat zal wellicht gaan betekenen dat wij ook bereid moeten zijn meer voor ons voedsel te gaan betalen. Geen fijne boodschap in tijden van inflatie en hoge prijzen.
Toch moet er verder gekeken worden, naar de toekomst. Hoe moet de landbouw er over 20 jaar uitzien, en wat is daarvoor nodig? Daarom wordt in het Landbouwakkoord ook aandacht besteed aan een beter verdienmodel voor de boer bij verduurzaming, en hoe de verschillende ketenpartijen daarin kunnen bijdragen. De overheid zal daar zo nodig ook dwingende maatregelen in kunnen gaan nemen.
Adema geeft aan dat Nederland internationaal gezien ook een belangrijke positie heeft wat betreft de productie van voedsel en producten als pootgoed en zaden. We moeten oppassen dat we deze kennis en positie niet verliezen.
Dat de landbouw er anders uit zal gaan zien, is voor Adema wel duidelijk. Christianne van der Wal noemt het Landbouwakkoord een voorwaarde om de gebiedsprocessen in de provincies vorm te geven.
Eerst moeten de regelingen bekend worden gemaakt, zoals de Lbv-plus (de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties plus), de gewone Lbv of de MGA2 (Maatregel gerichte aankoop en beëindiging). Minister Van der Wal wil vervolgens een website in de lucht brengen, waarop ondernemers zelf kunnen zien of ze piekbelaster zijn. Ook kunnen ondernemers dan zelf beoordelen voor welke regeling ze in aanmerking komen.
Deze methode heeft de voorkeur boven het simpelweg bekend maken van de piekbelasters. De minister wil hiermee een “heksenjacht” op de piekbelasters voorkomen.
Op de vraag wanneer de minister PAS-melders denkt te gaan legaliseren kan ze nog geen antwoord geven. Dat hangt ook samen met hoeveel mensen gebruik gaan maken van de genoemde regelingen. Dit gaat nog op basis van vrijwilligheid. De minister ziet geen heil in het verplicht stoppen van bedrijven.
Minister Van der Wal verwacht dat het Landbouwakkoord agrarische ondernemers weer perspectief zal bieden. Daardoor kunnen deze ondernemers weer gaan nadenken over de toekomst.
Ik kan deze wens alleen maar onderschrijven. Weten waar je als boer aan toe bent, zodat je weer de toekomst tegemoet kunt gaan.