Uit dit artikel van de NOS blijkt dat zeker 750 bedrijven in aanmerking kwamen voor een vrijwillige uitkoopregeling, maar sinds november 2020 is er slechts met twintig (20) boeren een akkoord gesloten. Het gaat om een uitkoopregeling voor piekbelasters, boerenbedrijven die dicht bij natuurgebieden liggen. Er was 350 miljoen beschikbaar, maar er is nog maar een klein gedeelte uitgegeven met de aankoop van de twintig boerenbedrijven.
Volgens de provincies heeft de overheid het niet goed aangepakt: voortdurend wisselende voorwaarden en de aankondiging van een nieuwe, “woest aantrekkelijke” regeling zouden boeren huiverig hebben gemaakt om mee te doen.
Als agrariërs horen dat er een aantrekkelijker regeling komt, dan wordt er getwijfeld: is dit wel het juiste moment? Ook was er volgens de provincies onduidelijkheid over de voorwaarden voor uitkoop. En de spelregels werden tijdens het spel weer veranderd. In het artikel komen gedeputeerden van verschillende provincies aan het woord, die eigenlijk allemaal aangeven dat ze hopen dat de volgende opkoopregeling er beter uit komt te zien.
Tja, ik kan de boeren wel gelijk geven: als er geen duidelijkheid is over de spelregels en de voorwaarden en als er iets “woest aantrekkelijk” in het vooruitzicht wordt gesteld, waarom zou je dan nu al toehappen. Ook hierbij wordt het naar mijn mening eindelijk een keer tijd dat de overheid een consistente en duidelijke regeling gaat opstellen.