Het is alweer iets langer geleden, maar eind januari is er een brief verschenen van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de stand van zaken met betrekking tot het pachtbeleid.
Door alle stikstofnieuws sneeuwt het andere nieuws bijna onder.
Wat is er – kort samengevat – opgenomen in de brief?
Er wordt een fundamentele wijziging voorgestaan van de pachtnormen. Het huidige systeem van maximum pachtprijzen voor reguliere pachtgrond zal worden losgelaten; de bedoeling is om dit veel meer aan de vrije markt over te laten. Daarnaast is het de bedoeling om de huidige vrije prijsvorming voor geliberaliseerde grond aan banden te leggen. Overigens zou dit niet gelden voor de teeltpacht. Voortaan is de gedachte om deze aan een maximum te binden.
Ook de huidige pachtprijzenregeling met sterk schommelende jaarlijkse verhogingen en verlagingen wenst de minister aan te passen zodat pachtprijzen meer gelijkmatig worden aangepast.
De gedachte is daarbij om de huidige regionormering los te laten en in plaats daarvan pachtprijzen veel meer te koppelen aan de grondsoort en het opbrengend vermogen. Ook de regeling om pachtprijzen periodiek op verzoek van partijen te herzien moet worden vereenvoudigd.
De minister kondigt ook aan de eis van het bedrijfsmatige karakter verder aan te scherpen. Deze eis is noodzakelijk om te kunnen spreken over pacht met de daarbij behorende bescherming. De bedoeling is dat de groep kleine pachters en ‘hobbypachters’ verder wordt ingeperkt.
Tenslotte zal de reeds ingezette tendens om bij Rijksgronden meer aandacht te schenken aan duurzaamheidseisen verder worden doorgezet.
De herziening van het pachtrecht is een zeer lang lopend dossier. Laten we hopen dat het eindelijk gaat lukken om die herziening gestalte te geven. Het wachten is wel weer op nadere voorstellen.